Cia gould 5 WsIPUwhlI unsplash
Bestuurders willen uniforme data en kaartmateriaal grensoverschrijdende watersystemen

Man staat voor schermDeltacommissaris Co Verdaas gaf aan dat buitenlandse investeerders een andere afweging kunnen gaan maken als Nederland er niet in slaagt om een veilige en robuuste delta te blijven (foto: Brabantse Delta).

Tientallen Vlaamse en Nederlandse bestuurders en waterprofessionals kwamen voor de tweede keer samen op landgoed Bouvigne om kennis uit te wisselen en te netwerken.

Tijdens de werkconferentie in de ochtend onder leiding van dagvoorzitter De Potter, namen Patrick Willems, professor waterbeheer aan de KU Leuven, en Kymo Slager van Deltares de aanwezigen mee in de geleerde lessen van wateroverlast in grensregio’s in de Benelux.

En de vraag hoe we de maatschappij weerbaar maken tegen natte én droge weersextremen. Geen eenvoudige opgave, bleek uit het openingswoord van dijkgraaf Kees Jan de Vet van waterschap Brabantse Delta.

Snelheid klimaatverandering
Hij gaf aan dat ‘de snelheid van de klimaatverandering ons nog iedere dag overvalt.’ Sinds de eerste Bouvignelezing vorig jaar is er ‘veel energie’ losgekomen, maar er ‘is ook een werkelijkheid die ons confronteert.’

Hij verwees naar Tweede Kerstdag vorig jaar toen de Commissaris van de Koning Ina Adema hem belde dat er wel heel veel water van over de grens aan zou komen door overvloedige regenval. Dat zette het waterschap aan het denken en vergrootte de urgentie om grensoverschrijdend samen te werken.

“Het is niet of droogte, of te veel water of een clusterbui. Het is het allemaal” aldus de dijkgraaf. Eerder gaf hij aan dat de wateroverlast in Brabant door overvloedige regenval alleen is op te lossen in overleg met Vlaanderen

Deelgroepen
Drie deelgroepen spraken in de ochtend over de praktische uitwerking van de samenwerkingsagenda tussen Vlaanderen en Nederland. De Potter zette een aantal conclusies uit de groepen op een rij.

Zo ontbreekt het aan kaartmateriaal en is data van de watersystemen op een andere manier opgebouwd. Hij benadrukte dat de twee landen aan dezelfde Europese wet-en regelgeving, zoals de Kaderrichtlijn Water, moeten voldoen. De omzetting in landelijke regels pakt echter verschillend uit.

Taal
Hoewel Nederlandse en Vlaamse bestuurders dezelfde taal spreken, is de ‘watertaal’ volgens hem nog onvoldoende op elkaar afgestemd. Daar valt nog veel winst te boeken. Hij verwees naar het vorig jaar opgerichte Joint Cooperation Programme for Applied Scientific Research (JCAR).  Dat richt zich de komende vijf jaar op het verbeteren van de samenwerking op het gebied van overstromings- en droogtebeheer en onderzoek (to Accelerate Transboundary Regional Adaptation to Climate Extremes (ATRACE).

Betere waterbescherming
De wetenschappers die aan het platform zijn verbonden onderzoeken urgente vraagstukken, zoals een vroegtijdig waarschuwingssysteem, het verbeteren van hoogwatervoorspelling, informatie-uitwisseling en alarmering. Verder brengen ze gedeelde risico’s in kaart om bijvoorbeeld samen stresstesten te ontwikkelen en uit te voeren om zo een basis te leggen voor een betere waterbescherming.

Actie
Onderzoek en kennis opbouwen is noodzakelijk, benadrukte De Potter. Maar ook in het veld zijn acties nodig. Hij verwees naar het programma Water-Land-Schap met een budget van tien miljoen euro dat in oktober 2017 is gelanceerd door de Vlaamse overheid.

Veertien locale coalities, die bestaan uit samenwerkingsverbanden tussen onder andere landbouwers, lokale besturen, verenigingen en bedrijven, voeren veertien projecten uit op het gebied van klimaatadaptatie.

Volgens De Potter is het essentieel dat de onderzoeksresultaten van het JCAR ATRACE-programma worden toegepast bij proefprojecten in de praktijk.

Deltacommissaris
Deltacommissaris Co Verdaas, een geboren Bredanaar, sprak dit jaar de Bouvigne Waterlezing uit. Over zijn missie vertelt hij onder andere op de site van Brabantse Delta: “De empirische kennis is absoluut voor mij. Dat is ons houvast. Maar hoe kunnen we nu samen werken aan een nieuw perspectief op onze opgaven in plaats van alleen analyses en zorgen over de mensheid uitstorten? En hoe betrekken we daar zoveel mogelijk mensen van buiten de waterbubbel bij?”

Het goede gedoe
Ook riep hij op om het goede gedoe op te zoeken. “We zijn afhankelijk van elkaar. Overheden onderling, ondernemers en burgers. Eenieder heefteen eigen belang dat legitiem is en vrijelijk uitgesproken dient te worden. Ook al botst dat. Die botsing moeten we organiseren om samen verder te komen. Dat noem ik het goede gedoe. Gedoe is goed, maar wel het goede gedoe.”

Verder gaf hij aan dat buitenlandse investeerders een andere afweging kunnen gaan maken als Nederland er niet in slaagt om een veilige en robuuste delta te blijven. Hij wees erop dat er genoeg geld moet worden verdiend om de maatregelen die hiervoor nodig zijn uit te voeren.

Politici moeten zich volgens hem afvragen wat ze er aan kunnen doen om ook op termijn een aantrekkelijk vestigingsklimaat te behouden. Dat krijgt volgens hem momenteel te weinig aandacht in het politieke discours. Verder zullen we klimaatextremen als wateroverlast en droogte deels moeten accepteren. Het is niet mogelijk om het land op alle weersextremen in te richten.

In hetzelfde bad
Gouverneur van de provincie Antwerpen Cathy Berx reflecteerde op de woorden van de deltacommissaris. Zij beaamde dat de uitdagingen die de weersextremen met zich meebrengen voor Nederland en Vlaanderen exact hetzelfde zijn. Als ook de oorzaken en mogelijke oplossingsoprichtingen, waar ze samen aan moeten werken:

“Het watersysteem houdt zich niet aan bestuurlijke grenzen. Net zoals dat water, het systeem, de natuur, natuurdoelen ook geen beleidsrapporten lezen. De vogels, de dieren, het water, de natuur, de natte natuur en de omgeving weten niet wat wij bedenken, als wij niet effectief aan de slag gaan om dat ook heel concreet waar te maken. Het is met recht en reden dat de EU regelgeving tot stand brengt die grensontkennende samenwerking voorschrijft. En daar moeten we iedereen bij betrekken. We zitten in hetzelfde bad.”

Niet op orde
Vlaanderen en de rest van België heeft het waterbeheer volgens haar niet op orde. Daarom is ze dankbaar dat Herman Havekes, strategisch adviseur van de Unie van Waterschappen, met andere Nederlandse waterspecialisten het land helpt om te verbeteren.

Ook de budgetten voor het waterbeheer vallen volgens haar in het niet in vergelijking met wat Nederland heeft te besteden. Dat komt onder meer door de waterschapsbelasting die ze in België niet hebben. Ze wees, net als dijkgraaf De Vet, op de ongekende snelheid waarmee de klimaatverandering zich voltrekt. Overstromingen leidden in juli 2021 tot 41 doden in Wallonië, de ergste natuurramp in België ooit.

Samen slim meten
Het inhoudelijke programma werd feestelijk afgesloten met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst Waterkwaliteitsmetingen door de Vlaamse Milieumaatschappij en waterschap Brabantse Delta.

In deze overeenkomst spreken de partijen met elkaar af dat zij de waterkwaliteit in het grensgebied van de provincie Antwerpen en waterschap Brabantse Delta samen meer gaan meten en continu in de gaten houden. Het gaat dan om de waterkwaliteit van onder andere de Mark, Aa of Weerijs en de Kleine Aa-Molenbeek. De nieuwe afspraken volgen op de geslaagde pilot ‘Samen Slim Meten’ die in 2022 werd gedaan rondom de Mark.

Bruggen bouwen over grenzen heen
Ter afsluiting van de werkconferentie bouwden vertegenwoordigers van JCAR ATRACE, Vlaamse Milieumaatschappij, provincie Antwerpen, Watering de Benedenmark, provincie Noord-Brabant en Waterschap Brabantse Delta een brug over het water als symbool voor de goede samenwerking. Het grensgebied tussen Antwerpen en Noord-Brabant is namelijk gekozen voor de ontwikkeling van een zogenaamde stresstest in het JCAR ATRACE programma.