Onderwater met een aantal luchtbubbels
‘De druk op de drinkwatervoorziening neemt aanzienlijk toe’

Een interview met Rutger van der Brugge, projectleider Deltares

De vier Deltascenario’s geven een totaalbeeld van ontwikkelingen die invloed hebben op het waterbeleid: klimaatverandering, activiteiten om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en sociaal-economische en ruimtelijke ontwikkelingen. Ze zijn gebaseerd op gekwalificeerde en gekwantificeerde onderzoeksresultaten uit bestaande studies van onder meer het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving, Wageningen Universiteit & Research en Deltares. Voor alle scenario’s geldt dat de wateropgaven flink groter worden: de zoetwatertekorten in de zomer nemen toe, er ontstaat meer wateroverlast door regenbuien en de gevolgen van overstromingen worden groter.

"Deltascenario’s zijn geen beleidsstukken, maar verkenningen van alle relevante ontwikkelingen op het gebied van waterveiligheid, beschikbaarheid van zoetwater en wateroverlast."

Een van de meest urgente opgaven is het beschikbaar houden van zoetwater voor verschillende maatschappelijke functies, zoals landbouw, scheepvaart, natuur, drinkwater, energie en industrie. Het aanbod van zoetwater in de zomerperiode neemt in alle Deltascenario’s af, door langere perioden van droogte en meer verdamping door toenemende temperaturen. Tekorten ontstaan ook doordat er in de zomer minder water door de rivieren stroomt en het zoute water steeds verder het land binnendringt. Onderzoeker Rutger van der Brugge is projectleider en een van de hoofdauteurs van de Deltascenario’s bij Deltares: ‘Het nationale Deltaprogramma doorloopt een cyclisch proces waarbinnen elke zes jaar wordt gekeken of de eerder genomen Deltabeslissingen en voorkeursstrategieën nog toereikend zijn of aangepast moeten worden. Dat gebeurt onder andere aan de hand van deze Deltascenario’s: dit zijn dus geen beleidsstukken, maar verkenningen van alle relevante ontwikkelingen op het gebied van waterveiligheid, beschikbaarheid van zoetwater en wateroverlast. Hiermee brengen we de bandbreedte van mogelijke ontwikkelingen in beeld op basis waarvan hierna waterbeleid kan worden ontwikkeld.’

"De rode draad is: de opgaven nemen in alle scenario’s toe."

‘We hebben gekeken langs twee assen: sociaal-economische en ruimtelijke ontwikkelingen, en klimaatverandering/CO2-uitstoot. Elk scenario leidt tot een andere wateropgave, maar de rode draad is: de opgaven nemen in alle scenario’s toe. Door klimaatverandering wordt het droger én natter en zullen weersextremen toenemen. Wel zijn er per regio verschillende knelpunten, waardoor er – bijvoorbeeld via de gebiedsprogramma’s van het Deltaprogramma – in de uitvoering echt maatwerk nodig is. Overigens hebben we de gevolgen van het beginsel ‘water en bodem sturend’ niet meegenomen in onze scenario’s, omdat dat het nieuw beleid is dat nog moet uitkristalliseren. De Deltascenario’s bevatten alleen het staande beleid, zodat het effect van nieuw beleid of nieuwe maatregelen getoetst kan worden. Deze scenario’s worden nu eerst door Rijkswaterstaat doorgerekend met het Nationale Watermodel. We zien dan of er knelpunten ontstaan met het bestaande beleid. Zo ja, dan moeten we bepalen wat je met eventueel nieuw beleid – zoals ‘water en bodem sturend’ – kunt bewerkstelligen.’

Welke gevolgen verwachten jullie voor de drinkwatervoorziening?
Van der Brugge: ‘De drinkwatervraag gaat in twee scenario’s fors toenemen door groei van de bevolking en de economie, en blijft in twee scenario’s ongeveer gelijk. Daarnaast gaan mensen ook per persoon meer water gebruiken, onder andere doordat het ’s zomers warmer wordt. Aan de aanbodkant vormt met name verzilting van open rivieren een knelpunt, door zeespiegelstijging in combinatie met lage rivierafvoer. Zilt water vergt andere zuiveringsmethoden en zolang die er niet zijn, kan dit leiden tot innamestops. Door langere droge perioden en de afname van smeltwater moeten we rekening houden met flink lagere rivierafvoeren, waardoor het verontreinigingspercentage van het overgebleven water stijgt. Een andere ontwikkeling die hierbij relevant is, zijn mogelijke maatregelen die stroomopwaarts in Duitsland of Frankrijk worden genomen, zoals waterberging of meer irrigatie, waardoor de rivierafvoer nóg eens met zo’n 25% kan dalen. Voor drinkwaterbedrijven die rivierwater innemen voor de productie van drinkwater, wordt dit nu al bestaande probleem dus nóg groter. Ook neemt bij een stijgende zeespiegel de zoute kwel van zeewater in de bodem van diepe polders langs de kust toe. Verzilting heeft als gevolg dat watergangen meer moeten worden doorgespoeld met zoetwater, waardoor er minder water beschikbaar is voor de drinkwatervoorziening.’

‘Vanuit de klimaatscenario’s blijkt dat het neerslagtekort in de zomer zal groeien. De neerslag blijft jaarrond ongeveer gelijk, maar in de zomer zullen er langere droge perioden zijn én heftige korte stortbuien. Omdat het water – met name door piekbuien – zo snel mogelijk moet worden afgevoerd, heeft het niet de tijd om te infiltreren. Dat heeft negatieve gevolgen voor de aanvulling van grondwater. Tot slot, als er voor de landbouw of de drinkwaterproductie meer grondwater moet worden opgepompt, kan dit effecten hebben op de omgeving. Al met al zien we in alle scenario’s een complexe stapeling van effecten en opgaven, die allemaal dezelfde richting op wijzen: de druk op de drinkwatervoorziening is al hoog en neemt aanzienlijk toe. We verwachten op termijn meer en ernstigere knelpunten.’

Kunt u iets zeggen over hoelang we de verzilting van het hoofdwatersysteem kunnen tegengaan?
Van der Brugge: ‘Op basis van deze scenario’s is dat niet mogelijk, onder andere vanwege de vele beïnvloedende factoren en de mate van onzekerheid daarin. Bovendien is dat sterk afhankelijk van beleidskeuzes, bijvoorbeeld hoe je het beschikbare rivierwater verdeelt om tegendruk te bieden aan de zoutintrusie.’

"Het gaat om het vinden van een balans tussen vraag en aanbod. Deze scenario’s schetsen een beeld van wat er op ons afkomt in 2050 en 2100. De drinkwaterbedrijven kunnen hiermee per voorzieningsgebied bekijken hoe aanbod en vraag zich verhouden en aangeven welke maatregelen nodig zijn."

Wat zijn de belangrijkste knoppen waaraan beleidsmakers kunnen draaien?
Van der Brugge: ‘Het gaat om het vinden van een balans tussen vraag en aanbod. Deze scenario’s schetsen een beeld van wat er op ons afkomt in 2050 en 2100. De drinkwaterbedrijven kunnen hiermee per voorzieningsgebied bekijken hoe aanbod en vraag zich verhouden en aangeven welke maatregelen nodig zijn. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om het ontwikkelen van nieuwe bronnen en technologieën of het uitbreiden van operationele en strategische reserves. Aan de hand van dit soort verschillende adaptatiepaden kunnen drinkwaterbedrijven samen met de verantwoordelijke provincies langetermijnstrategieën opstellen voor de regionale drinkwatervoorziening.’ ‘Kort samengevat neemt de druk op de drinkwatervoorziening toe. Het huidige watersysteem en de bestaande infrastructuur kunnen dat niet opvangen. Een mogelijke oplossingsrichting is om op een hoger schaalniveau naar de drinkwatervoorziening te kijken. Bijvoorbeeld door het versterken van de onderlinge samenwerking tussen de drinkwaterbedrijven en het verder koppelen van de infrastructuur, waardoor regio’s elkaar sneller kunnen helpen als dat nodig is.’

Over de Deltascenario’s
Het rapport ‘Deltascenario’s 2024. Zicht op Water in Nederland’ van Deltares bevat vier verschillende scenario’s, mogelijke toekomstbeelden tot 2050 en 2100. In Warm en Stoom is de klimaatverandering het sterkst. In Vlug en Ruim wordt wereldwijd sterk ingezet op de reductie van broeikasgassen. In Vlug en Stoom groeit de bevolking en in Ruim en Warm is er meer ruimte voor natuur. In alle vier worden de zomers droger en de winters natter door klimaatverandering, wat grotere en nieuwe uitdagingen met zich meebrengt.

Dit artikel verscheen ook in Waterspiegel 2, 2024.
Lees deze editie van de Waterspiegel

Bron: Vewin