Wateroverlast | Foto Rivierenland
Deltaprogramma: 'We staan voor een nieuw hoofdstuk in onze watertraditie'

Die staat in het Deltaprogramma 2026 ‘Kiezen, verdelen en aanpassen’ dat vandaag door de demissionair minister Robert Tieman van Infrastructuur en Waterstaat is aangeboden aan de Tweede Kamer. In de jaarlijkse rapportage beschrijft de deltacommissaris de voortgang van het programma.

Het wordt steeds duidelijker wat we moeten doen om Nederland ‘klimaatvitaal’ te houden en welke bestuurlijke keuzes daarvoor nodig zijn, stelt Verdaas. “De vraag is nu vooral hoe we de benodigde ingrepen voor elkaar krijgen.” Daarbij speelt de financiering ook een rol, want uitvoering van het Deltaprogramma kost tot 2050 circa 38 miljard euro, terwijl er een budget is van in totaal zo'n 29 miljard euro. Er is dus nog een tekort van 9 miljard euro.

Heldere keuzes
Daarbij geldt dat de tijd dringt om aan de slag te gaan, want er moet nog veel gebeuren om de doelen in 2050 te halen. En niets doen heeft grote gevolgen: stortbuien en droogte geven schade en overlast, is de boodschap. “Met heldere keuzes ontstaat nieuw perspectief. Keuzes over de aanpassing van watersystemen, de inrichting van onze steden en dorpen en het landelijk gebied. De regio’s werken de opties uit”, staat in het programma.

Voor klimaatbestendig wonen en werken moeten alle mogelijkheden en in samenhang worden benut. “Het is én én én.” Hoe dat er uit moet zien wordt uitgewerkt in enkele voorbeelden:

Centraal Holland is kwetsbaar voor wateroverlast door stortbuien, daarom moet met extra gemaalcapaciteit, extra waterbergingsgebieden én met aanpassing van steden en landbouw de weerbaarheid in de Randstad tegen wateroverlast vergroot worden.

Op de hoge zandgronden in het oosten en zuiden moet met waterbeheer én ander landgebruik de droogte het hoofd geboden worden. Ofwel verbeteren van de sponswerking van de bodem om water vast te houden en andere teelt(wijze) en landgebruik.

In antwoord op de zeespiegelstijging moet gekozen worden voor een hoger sluitpeil van de Maeslantkering én ruimte vrij worden gehouden voor dijkversterkingen en hoger bouwen in buitendijks gebied.

Drie opgaven
Het Deltaprogramma richt zich op bescherming tegen overstromingen, voldoende zoet water en een klimaatbestendige inrichting, elk met een doelstelling in 2050. Om het doel te halen voor wat betreft de waterveiligheid - in 2050 heeft iedereen het basisbeschermingsniveau - worden in het programma drie opgaven genoemd: tempo in dijkversterkingen, zand reserveren voor de kust en zoeken naar verbinding met andere ruimtelijke opgaven. 

Voor zoet water raakt het doel - Nederland is in 2050 weerbaar tegen zoetwatertekort - steeds verder uit beeld, staat in het programma. Daarom moet worden ingezet op versnelling in de uitvoering van geplande maatregelen, moet naast technisch optimaliseren van het watersysteem worden ingezet op andere bedrijfsvoering en andere inrichting van de ruimte en vraagt de verdeling van zoet water, waarvan in de zomer steeds minder beschikbaar is, aandacht.

Om Nederland in 2050 klimaatbestendig te maken, het derde doel, moeten de handen uit de mouwen, want ‘we staan pas aan het begin van de noodzakelijke transitie’. Hier gaat voor deze opgave om ‘zoeken naar balans’, ‘ruimte voor groen en blauw’ en ‘verantwoordelijkheid nemen’.

Extreme neerslag is een urgent probleem dat we in samenhang met droogte en hitte moeten aanpakken, aldus het programma. Daarnaast moet Klimaatadaptatie onderdeel zijn van alles wat we doen in de ruimtelijke inrichting en vraagt om zowel publieke en private inspanning en financiering.

Herijking
Eens in de 6 jaar wordt het programma herijkt en volgend jaar zal dat voor de tweede keer gebeuren. Deze omvat niet alleen een actualisatie van de deltabeslissingen, maar ook een herziening van regionale voorkeursstrategieën.

Met het herijkingsmoment van 2026 in zicht, wordt alvast voorgesorteerd op wat er komen gaat in de 8 gebieden waar gewerkt wordt aan het Deltaprogramma. De verwachting is dat in alle gebieden aanpassingen in de voorkeursstrategie nodig zijn.

Zo zal voor de kust actief moeten worden ingezet op meegroeien van kustlandschap met de zeespiegelstijging. In Centraal Holland wordt aanpassing aan extreme neerslag een issue en op de hoge zandgronden is de transitie naar een robuust watersysteem en passend watergebruik noodzaak.

Het IJsselmeergebied staat in het teken van de zoetwaterbeschikbaarheid en in de Zuidwestelijke Delta moet worden gewerkt aan de weerbaarheid met sterke land-waterovergangen, gezonde natuur en voldoende zoet water. In het Waddengebied zal het gaan om waterveiligheidslandschappen.

19-08-2025