Het wisselvallige weer van de afgelopen periode heeft gezorgd voor een verlichting van de droogte, maar de natuur wordt 'hard geraakt'. Dat meldt de Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling van het Watermanagementcentrum Nederldeedeand op de Droogtemonitor, die wordt bijgehouden met bijdragen van de waterschappen, Rijkswaterstaat, het KNMI, de provincies, Vewin en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur.
Grote regionale verschillen
Nederland en de stroomgebieden van de Rijn en Maas hebben een periode van wisselvallig weer achter de rug, met normale temperaturen voor de tijd van het jaar. Wel vertoonde de hoeveelheid neerslag een grote ruimtelijke spreiding: in het zuiden van het land was het de afgelopen drie maanden droger dan gemiddeld en in het noorden juist natter dan normaal. Het neerslagtekort is momenteel het hoogst in het zuidwesten en neemt af richting het noordoosten.
Voor de komende periode verwacht het KNMI geen neerslag van betekenis en een toename in temperatuur, zowel in Nederland als in de stroomgebieden van de Rijn en de Maas. De Rijn- en Maasafvoer zullen daardoor, op enkele korte pieken na, de komende twee weken naar verwachting weer langzaam afnemen.
Afschalen droogtemaatregelen
De hoeveelheid neerslag van juli heeft ervoor gezorgd dat verschillende droogtemaatregelen kunnen worden afgebouwd. Zo is de afvoer van de Rijn begin augustus gestegen naar waarden die normaal zijn voor de tijd van het jaar. Verwacht wordt dat de Rijn de komende weken voldoende zoetwater zal aanvoeren om te voldoen aan de watervraag. De Klimaatbestendige Wateraanvoer, een stelsel van stuwen, watergangen en gemalen dat in tijden van watertekort extra zoetwater naar West-Nederland aanvoert vanuit de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal, wordt daarom stopgezet.
Ook wordt het peil van het IJsselmeer en Markermeer de komende periode bijgesteld van -12,5 cm NAP naar -17,5 cm NAP gemiddeld. Dit is vooralsnog hoger dan het reguliere zomerpeil van -20 cm NAP. Daarnaast blijven ook waterschappen hogere waterpeilen aanhouden om water vast te houden, en blijven lokale onttrekkingsverboden in het oosten, midden en zuiden van kracht.
In verband met de lage waterstand van de IJssel was bij Eefde een tijdelijke pompinstallatie geplaatst om voldoende water naar de Twentekanalen en het achterliggende gebied aan te voeren. Het waterpeil van de IJssel is ter hoogte van Eefde in de afgelopen week met bijna een meter gestegen, maar de installatie blijft inzetbaar.
Grondwater in Midden en Zuidwesten laag
Dat de eerste helft van dit jaar lange periodes zonder neerslag kende is terug te zien in de grondwaterstanden, die gedurende het jaar sterk gedaald zijn. Het neerslagtekort was sterk opgelopen in mei en juni en is nu nog steeds hoog. Daardoor is het grondwaterpeil op veel plekken laag tot gemiddeld voor de tijd van het jaar. In het oosten en noorden is de grondwaterstand relatief normaal, maar in het midden, zuiden en zuidwesten laag tot zeer laag. Dit komt overeen met de ruimtelijke spreiding van het neerslagtekort. Meerdere waterbeheerders in met name Zuid-, Midden- en Oost-Nederland handhaven daarom vooralsnog onttrekkingsverboden.
Eerder in het jaar waren rondom stuwwallen nog relatief hoge grondwaterstanden te zien, welke na-ijlden na het zeer natte 2024. Dit effect is nu alleen nog zichtbaar in het diepere grondwaterpakket (dieper dan 10 meter onder het maaiveld).
Natuur hard geraakt
Voor herstel van de natuur is meer regen en tijd nodig, schrijft de commissie. De gevolgen van de aanhoudende droogte worden ‘steeds zichtbaarder in het landschap’. Terreinbeheerders zien dat vissen, amfibieën (zoals kikkers en salamanders) en larven van libellen ‘hard geraakt worden’ door gestagneerde doorstroming of het droogvallen van sloten, vennen en beken. Vooral soorten die zich dit seizoen nog niet hebben voortgeplant lopen risico: een gemiste generatie kan leiden tot een langdurige terugval in populatieomvang.
Lokaal wordt vissterfte, blauwalg, zuurstofloosheid en botulisme waargenomen. Door de regen die is gevallen lijken de omstandigheden voor vissen, macrofauna en waterplanten in de hoofd- en nevengeulen van de Rijn, Waal, Lek en IJssel wel te verbeteren. Voor een verbetering in de Maas is een grotere toename van wateraanvoer nodig dan voorzien.
Aan land wordt geobserveerd dat planten al verschrompelen nog voor ze zaad hebben kunnen zetten, en dat loofbomen versneld hun bladeren verliezen om verdamping te beperken. Dit kan leiden tot een voortijdige ‘herfst’ in augustus. Bij naaldbomen zoals lariks en fijnspar vrezen terreinbeheerders bij nog lang aanhoudende droogte voor grootschalige sterfte, zoals zich ook voordeed in 2018.
Watervraag
Het huidige gemiddelde zomerweer zorgt voor een stabiel drinkwaterverbruik. De schoolvakanties hebben doorgaans een dempend effect op de vraag. Wel wordt verwacht dat de aankomende warmere periode zal leiden tot een toename van het verbruik.
In de land- en tuinbouw zijn de regionale verschillen in watervraag door de grote ruimtelijke spreiding van neerslag de afgelopen week groter geworden. De gevallen regen verlicht de situatie, maar heft de droogte, zeker in deze periode van volle groei bij gewassen als aardappelen, bieten en maïs niet op. Verwacht wordt dat de watervraag van de landbouw de komende tijd langzaam zal afnemen vanwege het groeistadium waar veel gewassen zich in bevinden.
Bron: H2O Waternetwerk