Water druppelt
Het advies van de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur | Column Ties Rijcken

De Rli introduceert, heel origineel, het idee dat overheid en samenleving impliciet een sociaal watercontract zijn aangegaan. Vroeger sjouwde ieder voor zich met kruiken om waterkelders te vullen en stierven er elk jaarlijks honderden mensen aan overstromingen en wateroverlast. Gestaag verbeterden zowel techniek als staatsinrichting. Er kwamen steeds slimmere watersystemen op steeds hogere efficiëntere schaalniveaus. Zo ontstond het huidige watercontract: voor zo’n vijfhonderd euro per jaar zorgt de overheid nu voor schoon water, veiligheid tegen overstromingen en het afvoeren van poep en plas. Met een ongekende leveringszekerheid: een superdeal. Maar niet voor lang meer, als het aan de Rli ligt.

De overheid ontwikkelt en beheert technische watersystemen voor bewoners, boeren, schippers en watervogels. Je kan een watersysteem zien als een bloedvatensysteem van aorta’s (de grote wateren) tot haarvaten (sloten). De Rli bepleit een verschuiving van oplossingen voor waterproblemen van de aorta’s richting de lichaamscellen. Projectontwikkelaars, boeren en bewoners moeten minder rekenen op de overheid en meer zelf doen. Bijvoorbeeld met lokale waterberging, natter landgebruik en door te verkassen: klimaatbestendige ruimtelijke ordening en inrichting.

Zo’n grote contractherziening vraagt om een zware onderbouwing. Ik heb in het rapport gezocht naar kwantitatieve onderzoeksresultaten onder de gepropageerde koersverandering. Ik vond er evenveel als in het essay Op Waterbasis, waar de Rli stevig op leunt: niet één. De onderbouwing is simpelweg: de klimaatverandering.


Het Rli-advies sluit aan bij het idee van Water en Bodem Sturend. Mijn grote vraag is of WBS een vaag concept blijft bij een kleine groep waterprofessionals, of dat het breed zal aanslaan in de grote wereld. Dat laatste lijkt voorlopig niet het geval. De Rli legt dit zelf goed uit met zeven belemmerende factoren. Het komt er op neer dat de gebruikers van water en bodem momenteel dik tevreden zijn met het huidige watercontract. En geef ze eens ongelijk; plaats jezelf eens in de positie waar de Rli velen in wil hebben: je leven op je kop zetten voor een vaag verhaal van de overheid. Vraagt daarin volharden als wateroverheid niet nogal een geloof in sociale maakbaarheid? Of klopt er met het idee misschien iets niet helemaal?

Als bij andere infrastructuurdiensten dezelfde wind gaat waaien, gaan we een spannende tijd tegemoet. Wat zou er gebeuren als aanbieders van electriciteit, warmte en communicatie er ook niet meer naar hoeven te streven dat gebruikers op ze kunnen rekenen? Gebruikers moeten zich aan de nieuwe onzekerheden aanpassen – hoe, ook al weer?

Wat gaat er gebeuren en hoe gaat dit aflopen? De Rli bepleit meer “algemene regels voor klimaatbestendige inrichting”. Bij de nieuwbouw in de Zuidplaspolder is het waterschap onlangs naar de Raad van State gestapt, om bij de gemeente een extra strenge waterinvestering af te dwingen. Als het waterschap wint, gaat de gemeente naar het Rijk, dat volgens bureau Fakton al structureel 1,1 miljard euro per jaar voor woningbouw tekort komt. De extra investering in de nieuwbouw (het advies van de Rli: het nieuwe watercontract) helpt het overkoepelende gebied niet om klimaatbestendiger te worden, maar het overkoepelend gebied klimaatbestendig houden (de taak van het waterschap: het huidige watercontract) helpt de nieuwbouw wél.

Ik verwacht binnenkort de verplichte regentonnen. Ik heb er zelf al een. Heel leuk natuurlijk, maar in de winter zit ie altijd vol als er een piekbui komt, en in de zomer is ie op het moment dat ik hem echt nodig heb al lang leeg. Ik blijf toch maar hopen op de overheid.