Vrouw geeft water aan planten in tuin
Hoe Groningen juist in kwetsbare wijken begint met vergroening

Wat zijn de belangrijkste klimaatopgaven in Groningen?
Tamara Ekamper: “De gemeente bestaat deels uit stedelijk gebied en deels uit landelijk gebied. We hebben in kaart gebracht wat de effecten van klimaatverandering zijn. Wateroverlast is een opgave, net als droogte in landbouw- en natuurgebieden, en hittestress op stedelijke plekken. We hebben toen gekeken: wanneer wordt zo’n opgave echt urgent? En dan zie je: vooral als veiligheid of gezondheid in het gedrang komt. Bijvoorbeeld als straten onbegaanbaar worden voor hulpdiensten, of als mensen door hitte het thuis niet uithouden en ook geen verkoeling kunnen vinden in hun omgeving.”

Hoe bepaal je dan waar je als gemeente begint?
Tamara Ekamper: “We hebben gekeken: waar wonen mensen die kwetsbaar zijn? Dat kunnen verzorgingstehuizen zijn, plekken met veel ouderen, maar ook buurten met lage inkomens en minder vertrouwen in de overheid. En dan zie je dat vooral in de noordelijke wijken hittestress én sociale kwetsbaarheid samenkomen. Tegelijk zijn dat de plekken waar bewoners niet direct zelf naar de gemeente stappen.”

Juist die bewoners wil je bereiken. Hoe pakken jullie dat aan?
Tamara Ekamper: We hebben twee projectleiders Groenparticipatie aangesteld, speciaal voor de noordelijke wijken. Zij vormen de brug tussen wat bewoners willen en wat de gemeente voor ogen heeft. Het is heel belangrijk om zichtbaar aanwezig te zijn in de wijk.

Straatboer vinkhuizen graag vermelden straatboer bij foto 1
Fotograaf: Straatboer

Mireille, jij komt als projectleider groenparticipatie veel in deze buurten. Wat zie je daar?
Mireille Peletier: “In sommige wijken zie je wantrouwen. Mensen denken: dit zal toch wel niet doorgaan, of: dat is niet voor ons. Als je dan met plannen komt, is het logisch dat ze afwachtend zijn. Je moet dus eerst investeren in contact. Dat betekent: samenwerken met de sociaal werkers en mee de wijk in gaan. Letterlijk aanwezig zijn dus. Niet alleen met beleid, maar met een kaart op tafel: zo kan het eruitzien. Als je dat doet, dan zie je dat mensen wél willen. Dan wordt het iets gezamenlijks, geen ‘project van de gemeente’.”

Dat klinkt mooi, maar hoe krijg je dat voor elkaar?
Mireille Peletier: “Je moet praten in de taal van de wijk. Niet over Latijnse plantennamen of technische termen, maar over hoe mensen willen leven. Hoe wil je je voelen op je plein? Waar loop je elke dag langs? En ja, bewoners zeggen niet altijd precies wat ze bedoelen. Soms zeggen ze: we willen een speelplek. Maar eigenlijk bedoelen ze: we willen een groene plek waar kinderen kunnen zijn. Daar moet je achter zien te komen, door open vragen te stellen en de tijd te nemen.”

Kun je daar een voorbeeld van geven?
Mireille Peletier: “In de wijk Paddepoel wilden bewoners eerst niet vergroenen, omdat ze bang waren dat het buurtfeest op het plein hierdoor niet meer kon. Toen we lieten zien dat beide kon, groen én ruimte voor het feest, gingen ze om. Dat plein wordt nu een stuk aangenamer, en bewoners zijn blij. En dat wordt weer doorverteld in de buurt. Dat helpt.”

Jullie werken ook nauw samen met woningcorporaties. Hoe is die samenwerking tot stand gekomen?
Tamara Ekamper: “We merkten dat onze subsidieregeling voor klimaatadaptatie vooral werd aangevraagd door bewoners die al iets wilden doen. Zij waren bijvoorbeeld toch al van plan een groen dak aan te leggen, en wisten hun weg naar de gemeente prima te vinden. Maar de mensen die het het hardst nodig hebben, bereik je zo niet. Dan slaat zo’n regeling de plank mis. Daarom zijn we gaan samenwerken met woningcorporaties. We hebben nu budget gereserveerd voor corporaties, zodat zij in één keer een heel blok kunnen vergroenen, bijvoorbeeld met groene daken of door voortuinen aan te pakken. Dat werkt veel beter dan wachten tot individuele huurders iets aanvragen. Zeker in buurten waar mensen vaak niet eens weten dat dit soort maatregelen mogelijk zijn.”

En wat kunnen jullie betekenen voor sociale huurders die wel zelf aan de slag willen?
Tamara Ekamper: “We hebben nu samen met de vijf woningcorporaties en Straatboer(opent in nieuw venster) (verwijst naar een andere website) een project lopen waarbij 75 versteende voortuinen vergroend worden. Straatboer is gespecialiseerd in het vergroenen van sociale huurwoningen. Bewoners konden zich aanmelden, maar via Mireille en haar collega’s konden we ook mensen actief benaderen. En doordat Straatboer meedoet, komt er ook veel praktische kennis en uitvoering in handen van mensen die de wijk kennen.”

Welke uitdagingen kom je tegen bij vergroeningsprojecten?
Mireille Peletier: “Timing is lastig. Ideeën van bewoners komen vaak als de gemeentelijke jaarplanning al rond is. Dan schuurt het. En soms is er ook binnen de gemeente terughoudendheid, omdat eerdere projecten mislukten. Bijvoorbeeld een groene strook die uiteindelijk werd volgeparkeerd. Dan moet je bewijzen dat het nu wél kan. En dat doe je door het gewoon te laten zien, door het letterlijk zichtbaar te maken in de wijk. Dan volgt de rest vanzelf.”

Hoe zorgen jullie dat vergroening ook aansluit bij andere plannen in de stad?
Tamara Ekamper: “We koppelen vergroening aan lopende projecten. Bijvoorbeeld bij de aanleg van het warmtenet in Vinkhuizen. De hele straat gaat open, dus vragen we bewoners meteen: hoe zouden jullie het opnieuw ingericht willen hebben? Het hoeft niet veel extra te kosten op deze manier, maar levert veel op. We noemen dat de ‘kleine plus’.

Tot slot: wat zouden jullie andere gemeenten willen meegeven?
Tamara Ekamper: “Kijk niet alleen naar plekken die het meest gevoelig zijn voor weersextremen, zoals de hittestresskaart. Wij dachten ook: dáár wordt het heet, dus dáár moeten we vergroenen. Maar als bewoners zich vooral onveilig voelen in hun wijk, dan landt dat niet. Dan moet je vergroening koppelen aan hun leefwereld. De kaart is het begin, niet het eindpunt.”

Mireille Peletier: “Zorg dat je mensen hebt die goed kunnen schakelen met bewoners. Mensen die luisteren, die netwerken in de wijk opbouwen, en die ook weten wat er op andere beleidsterreinen speelt. En je moet het laten zien. Niet alleen beloven, maar ook echt iets neerzetten waar de bewoners profijt van hebben.”

19-08-2025