Kwetsbare groepen hebben extra veel last van klimaatverandering. Hoe kun je deze ongelijkheid tegengaan? Charisma Hehakaya doet onderzoek naar klimaatrechtvaardigheid bij het Universitair Medisch Centrum Utrecht (UMCU) en Rosemarie van Ham werkt als adviseur ‘Inclusief klimaatbeleid’ voor de gemeente Rotterdam. Tijdens het Nationaal Congres Klimaatadaptatie waren ze betrokken bij een sessie over klimaatrechtvaardigheid.
Klimaatrechtvaardigheid is de rode draad in jullie werk. Waarom is dit voor jullie een belangrijk thema?
Charisma: “Het is bekend dat mensen die in armoede leven minder oud worden. Ook hun gezondheid en welzijn blijven achter en ze wonen vaker in kleinere en ongezondere woningen. Dat zijn bijvoorbeeld slecht geïsoleerde huizen, met soms schimmel op de muur, waar het in de zomer erg warm kan worden. Ook staan deze huizen vaak op minder fijne plekken, bijvoorbeeld langs de snelweg en in een minder groene omgeving. Klimaatverandering versterkt die ongelijkheid. Om dat tegen te gaan is een andere manier van besluitvorming nodig. Wat mij interesseert als onderzoeker is hoe je systemen en de omgeving zo inricht dat dit de gezondheid bevordert.”
Rosemarie: “Ongelijkheid is er al en klimaatverandering maakt deze nog meer zichtbaar. Iedereen heeft recht op een gezond leven, dat is waar we ons bij ICAR hard voor maken. ICAR staat voor Inclusive Climate Action Rotterdam en zet zich in voor een klimaatrechtvaardig Rotterdam. Extreme hitte raakt bijvoorbeeld niet iedereen even hard. Het Rotterdams Weerwoord (het programma rond klimaatadaptatie van de gemeente Rotterdam, red.) benoemt hitte expliciet als thema waarin ‘sociaal economische ongelijkheid een rol speelt’.”
Charisma: “Ik merkte op het congres dat mensen ervoor openstaan. Toch is het voor velen nieuwe materie, met name voor oudere generaties. Zij hebben het liever over klassieke thema’s als hitte en droogte. Lang niet iedereen legt de link tussen gezondheid en klimaatverandering. Het raakte me dat iemand zei: ‘waar vinden we die kwetsbare mensen dan?’. Alsof het over een exotische diersoort gaat. Je kunt gewoon op de fiets stappen en ze in de wijk ontmoeten.”
Rosemarie: “Soms vragen mensen of klimaatrechtvaardigheid het proces van klimaatadaptatie vertraagt. Bij ICAR zijn we ervan overtuigd dat adaptatiemaatregelen de ongelijkheid verder kunnen versterken. De focus lag lange tijd op het fysieke domein en technische oplossingen, omdat er nu actie nodig is. We vragen aandacht voor de impact van klimaatverandering op mensen. Ik zie dat daar inmiddels wel steeds meer ruimte voor ontstaat bij het maken van beleid. Het Rotterdams WeerWoord heeft hier al stappen in gezet en ICAR helpt hierbij.”
“Je kunt maatregelen nemen op plekken waar de opgave het grootst is, maar je kunt ook kijken waar burgers het minste handelingsperspectief hebben. Denk aan wijken waar bewoners minder financiële middelen hebben of minder terug kunnen vallen op hun netwerk. In Rotterdam zijn twee wijken met vergelijkbare grondwaterproblemen en verzakkingen. In de ene wijk hebben bewoners zelf pompjes geplaatst, in samenwerking met de gemeente. Als het vanuit die andere wijk stil blijft, dan is het aan de gemeente om zich af te vragen waarom dit gebeurt en te kijken wat ze daaraan kan doen. We verkennen ook hoe we ‘ongelijk’ kunnen investeren voor gelijke kansen. Bijvoorbeeld door de subsidie voor het vergroenen van schoolpleinen inclusiever te maken en sommige scholen, zoals het speciaal onderwijs, voorrang te geven."
Charisma: “In eerste instantie hoop ik dat mensen de urgentie meer voelen. Er is veel kennis over de oorzaken van klimaatongelijkheid, maar wat doe je daar vervolgens mee? Als wetenschappers hebben wij een verantwoordelijkheid om kennis te delen en toegankelijk te maken, maar ik vind dat beleidsmakers meer kunnen doen om wetenschappelijke en praktijkkennis op te nemen in beleid. Ik vind het kwalijk dat we het hebben over bepaalde groepen en beleid ontwikkelen zonder deze mensen echt te kennen. Het zou mooi zijn als zij de volgende keer op het podium staan.”
Rosemarie: “Ik vind het heel mooi als we een zaadje hebben geplant bij deelnemers. Als mensen zeggen: ‘hier heb ik nog niet over nagedacht’ is dat voor ons het grootste compliment. Ik denk namelijk dat veel mensen zich al onbewust bezig houden met vraagstukken rondom klimaatrechtvaardigheid. Ik zie de workshop daarom vooral als een uitnodiging om hierover verder te praten”