Graanveld met blauwe lucht
Klimaatadaptatie: Het achteroeverconcept in het Ijsselmeergebied

Het IJsselmeergebied
Na de afsluiting van de Zuiderzee heeft zich een zoetwatergebied ontwikkeld dat bestaat uit verschillende meren: het Markermeer en het IJmeer, de diverse Randmeren, en het grotere IJsselmeer. Het IJsselmeergebied is heel belangrijk voor de mens. Het zoete water gebruiken we als drinkwater, voor de landbouw en visserij, en om te recreëren. Het gebied kent ook bijzondere natuurwaarden. Deze zijn beschermd en het gebied is aangewezen als een Natura 2000-gebied.

Door dijken om het IJsselmeergebied heen te leggen voor onze veiligheid, is het IJsselmeer in veel opzichten een grote waterbak geworden, die de verbinding met het achterland, waaronder de polders, voor een groot deel heeft verloren. De begrenzing is letterlijk en figuurlijk hard. Dit heeft gevolgen voor de waterkwaliteit en daarmee voor de ecologische waarden.

Gradiënten en dood organisch materiaal
Als belangrijkste oorzaak voor de ontoereikende ecologische kwaliteit geldt het ontbreken van zachte en geleidelijke oevergradiënten die ook in verbinding staan met het achterland. Deze zones, met bijbehorende water- en oevervegetaties, zijn van groot belang als paai- en opgroeiplaatsen voor vissen, voor zoöplankton, macrofauna en alle andere soorten die hier weer van afhankelijk zijn. Het ontbreken van deze zones in combinatie met de afwezigheid van een natuurlijk waterpeil maakt dat de natuurlijke instroom van dood organisch materiaal voor een belangrijk deel ontbreekt. Dit heeft gevolgen voor het voedselsysteem en daarmee ook voor de vis- en vogelstand. Vissen kunnen bovendien moeilijk de harde barrières tussen het open water en de achterliggende polders passeren.

Klimaatadaptatie
Door klimaatverandering krijgen we in toenemende mate te maken met periodes van droogte en periodes met hevige buien. Wij kennen in Nederland een stevig watermanagement en voeren het teveel aan water reuze snel af. Bij grote wateraanvoer uit het achterland en de polders wordt veel zoet water gespuid naar de Waddenzee. Zoet water dat we juist in de drogere perioden goed kunnen gebruiken.

Een oplossing: Achteroevers. Om de gevolgen van klimaatverandering en daarmee het optreden van drogere perioden te kunnen verzachten is het Achteroeverconcept een oplossing om meer water in een gebied vast te houden en het IJsselmeergebied beter te verbinden met het achterland.

Achteroeverconcept
Het Achteroeverconcept, ontwikkeld door Roel Doef van Rijkswaterstaat, is als eerste pilot in 2012 ingezet in de Koopmanspolder bij Andijk. Hierbij wordt water uit het IJsselmeergebied gebruikt voor de vernatting van de zestien hectare polder achter de dijk. Daarmee kreeg binnendijks gebied in combinatie met een goede herinrichting een natuurlijk peilbeheer. Dit in tegenstelling tot het IJsselmeergebied, waar het water juist in de natte winterperiode laag gehouden wordt voor de veiligheid van de dijken en hoger wordt opgezet in de zomer, omdat de zoetwatervraag dan stijgt.

Ook is een visvriendelijke verbinding aangelegd met het IJsselmeer. De eerste conclusies zijn dat de waterkwaliteit en het natuurlijke peil aantrekkelijk zijn voor flora en fauna. Met name voor vissen en vogels. De vispassage blijkt goed te werken waardoor de polder ook een geschikt paai- en opgroeigebied voor vis kan worden. Het project geeft geen grondwaterproblemen in het achterland.

Soorten die profiteren
Door in de achteroever zonering in de vegetatiestructuur toe te passen profiteren verschillende vogelsoorten. Zo is een helophyten-rietzone met overgang naar water interessant voor soorten als rietzanger, kleine karekiet, roerdomp, bruine kiekendief, baardman, zwarte stern, lepelaar en kuifeend. Met nat-grasland profiteren soorten als grutto, scholekster, watersnip, tureluur, graspieper en de kemphaan. De zomertaling kan profiteren als in het grasland ook sloten met voldoende water- en oeverplanten aanwezig zijn.

Proeftuin Achteroever Wieringermeer
Een andere pilot betreft de proeftuin Achteroever Wieringermeer. Deze pilot heeft bruikbare kennis opgeleverd ten behoeve van klimaatbestendig waterbeheer, door anders om te gaan met verzilting en het beter benutten van schaars zoet water. Het telen van gewassen met een hogere zouttolerantie maakt het bijvoorbeeld overbodig om zilt water steeds met zoet water weg te spoelen. Ook is de potentie aangetoond voor de economisch rendabele productie van de Chinese wolhandkrab.

Deze pilots hebben laten zien wat de waarde is van een betere waterverbinding van het IJsselmeer met het achterland. Niet alleen voor nieuwe natte natuur, maar ook voor klimaatadaptatie, en met kansen voor recreatie en passende landbouw. Al naar gelang de grootte van een gebied zou daarbij ook een deel benut kunnen worden voor vormen van duurzame energieopwekking.

Concept verder uitrollen
Coalitie Blauwe Hart Natuurlijk heeft het Achteroeverconcept verder ontwikkeld en recent ook ingebracht in de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). Dit programma van rijkswege biedt de mogelijkheid voor financiering en uitvoering van nieuwe projecten die bijdragen aan versterking van de natuurwaarden van onder meer het IJsselmeergebied als groot water. Door honorering van het ingebrachte projectvoorstel zal in de komende jaren in het IJsselmeergebied een nieuwe pilot van het Achteroeverconcept worden vormgegeven. Waar dat zal plaatsvinden moet nog nader worden bepaald in de preverkenning.

De Coalitie heeft het concept al eerder ingebracht als alternatief voor een plan om op grote schaal zonneatollen aan te leggen in het open IJsselmeer voor de kust van de Wieringermeerpolder. De aanleg van wind- en zonneparken in het IJsselmeergebied zorgt onder meer voor aantasting van het beschermde leefgebied van daar voorkomende vogelsoorten, zoals de beschermde topper die hier in grote aantallen voorkomt. Met een alternatieve aanpak volgens het Achteroeverconcept zijn wind- en zonneparken niet nodig in het IJsselmeer en kan bovendien tegelijkertijd gewerkt worden aan ecosysteemherstel door betere verbindingen met het achterland qua water en natuur.

Inzet provincies en waterschappen
Vanwege de klimaatverandering liggen er de komende jaren dus grote uitdagingen hoe om te gaan met de waterhuishouding van het IJsselmeergebied in relatie tot het achterland en de daarmee in verband staande functies en behoeftes. We kunnen er niet langer omheen dat de natuur daarbij meer leidend zal moeten zijn dan in het verleden het geval was, en dat het zo snel en veel mogelijk afvoeren van water niet altijd het goede devies is. Het Ministerie en Infrastructuur en Waterstaat onderkent dit gegeven in haar recente brief aan de Tweede Kamer met als titel ‘Water en Bodem Sturend’.

Het langer vasthouden van water door middel van herinrichting van gebieden als natuurlijke klimaatbuffers in combinatie met de ontwikkeling van nieuwe functies, verdient dan ook een hoge plek op de bestuurs- en uitvoeringsagenda’s van het Rijk, de Provincies en de Waterschappen. Voor het nieuwe bestuur van de Provincies en de Waterschappen rond het IJsselmeer is het dan ook zaak om in overleg met Rijkswaterstaat Achteroevers aan te wijzen, te reserveren en in te richten als toekomstige natte klimaatbuffers.