Fiets in water juan manuel sanchez unsplash
Klimaatraad: voer een klimaatadaptatietoets in die ver vooruitkijkt

Invoering van de toets is van belang, nu Nederland de komende jaren behoorlijk wordt verbouwd, stelt de raad. Er komt grootschalige energie-infrastructuur bij (hoogspanning, waterstof, kerncentrales), er worden woningen gebouwd, en de landbouw en de industrie veranderen. “Veel van de nieuwe infrastructuur wordt voor vele decennia gebouwd, trekt weer nieuwe ontwikkelingen aan, en legt daarmee de benodigde mate van bescherming tegen klimaatrisico’s voor lange tijd vast. Daarom is een klimaatadaptatietoets nodig die ver vooruitkijkt, minstens honderd jaar.”

Met deze toets moeten de gevolgen van een investeringsbesluit voor een locatie in het gebied en ook de omliggende gebieden worden meegewogen. “Via het hoofdwatersysteem zijn gebieden namelijk met elkaar verbonden”, aldus de raad. “Een grote investering in de Rotterdamse haven kan zo grote gevolgen hebben voor een ander gebied, bijvoorbeeld in de Zeeuwse delta.”

Acht aanbevelingen
Invoering van de klimaatadaptatietoets is een van de acht aanbevelingen die de Klimaatraad doet in zijn advies ‘Meeveranderen met het klimaat’. Dit advies is opgesteld op verzoek van de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Deze wilde ‘richtinggevende keuzes’ voor herziening van de NAS.

Voor de adviesraad geldt als uitgangspunt dat Nederland warmer, natter en droger wordt en de zeespiegel stijgt. De gevolgen daarvan stapelen, zijn al merkbaar en nemen toe. Aanpassen en klimaatbestendig investeren zijn daarom noodzakelijk. "Om klimaatbestendig en weerbaar te worden en te blijven, zullen we moeten meeveranderen met het klimaat", aldus de raad.

Richtinggevende keuzes
De raad richt zich op ‘ruimtelijke en maatschappelijke keuzes’. Het zijn ‘richtinggevende keuzes’ die nodig zijn om Nederland klimaatbestendig te maken en te houden, aldus het rapport. Ruimtelijke keuzes gaan over de vraag ‘waar we het voorgenomen adaptatiebeleid intensiveren, en waar en wanneer we kiezen voor transformeren’. Maatschappelijke keuzes gaan over ‘de gedeelde verantwoordelijkheid van overheid, burgers en bedrijven en moeten de samenleving in zijn geheel weerbaarder maken bij een veranderend klimaat’.

Naast de invoering van de klimaatadaptatietoets adviseert de raad op nationaal niveau te bepalen in welke gebieden moet worden ingezet op transformatie, ofwel aanpassen van functie en landgebruik, waardoor ruimte ontstaat voor nieuwe functies.

Dat zou, aldus de raad, nu al moeten gebeuren in veenweidegebieden, verziltingsgevoelige kleigebieden, zandgronden die kampen met verdroging en stedelijke gebieden met bewoners die kwetsbaar zijn voor hitte. Bij de regionale uitwerking van de transformatie moeten water, bodem en klimaatrisico’s sturend zijn, aldus de raad. “De ruimtelijke keuzes kunnen opgenomen worden in de NAS, de Nota Ruimte, het Deltaprogramma en omgevingsvisies.”

Oplopende kosten
In zijn advies vraagt de raad aandacht voor de oplopende kosten en de financiering daarvan. “De kosten van klimaatbestendig waterbeheer voor nieuwe projecten, zoals nieuwe woonwijken of bedrijventerreinen, worden nu grotendeels gedragen door de waterschappen. Die berekenen deze kosten door aan de mensen die in het werkgebied van dat waterschap wonen, de ingezetenen. Daardoor ontbreekt de prikkel bij projectontwikkelaars om klimaatbestendige projecten te ontwikkelen.” 

Die afwenteling op de samenleving vindt de WKR een verkeerde ontwikkeling en bepleit daarom dat de kosten ten laste komen van het project. “Zo wordt de projectontwikkelaar gestimuleerd om rekening te houden met klimaatadaptatie.”

Bewustzijn
Andere adviezen richten zich op vergroten van het bewustzijn over klimaatrisico’s en stimuleren van klimaatadaptatie door burgers en bedrijven. Zo moet als onderdeel van de NAS een strategie worden ontwikkeld ‘voor het stimuleren, faciliteren en bijsturen van klimaatadaptatie door burgers en bedrijven’.

De schade door klimaatverandering neemt naar verwachting toe, stelt de raad. Dat vraagt om aandacht voor afhandelden van klimaatschade. De raad adviseert daarom een Klimaatschadeladder voor klimaatrisico’s in te voeren die duidelijk maakt voor welke schade burgers en bedrijven zelf opdraaien en welke schade de overheid dekt. Verder adviseert de raad onder meer met banken en verzekeraars afspraken te maken over de manier waarop klimaatrisico’s worden meegenomen bij onroerend goed-transacties.