Juist delta’s en kustgebieden worden geraakt door de gevolgen van klimaatverandering, betoogde Marjolijn Haasnoot in haar inauguratie als hoogleraar 'Klimaatadaptatie in delta's en kustgebieden' aan de Universiteit Utrecht. Het is daarom tijd om adaptatie te versnellen en op te schalen, aldus de wetenschapper, die zich met haar leerstoel richt op het vergroten van kennis over adaptatiestrategieën.
Kustgebieden en delta’s zijn hotspots. “In de zin dat hier allerlei klimaatgevolgen samenkomen en dus ook tegelijk kunnen voorkomen”, schetste Haasnoot. Het is voor deze gebieden dan ook tijd om ‘om te denken’, aldus de hoogleraar. “Wat kan de delta aan? Wat is haar fysieke draagkracht en een veilige gebruiksruimte? En hoe passen we daar onze strategie op aan?”
Die moet in ieder geval gericht zijn op de lange, maar ook de korte termijn. “Uit onze berekeningen blijkt dat al in de komende 15 jaar het aantal mensen dat risico loopt om gevolgen te ondervinden van overstromingen toeneemt met zo'n 13 procent ten opzichte van 2020. En daar gaan we dan uit van de huidige beschermingsmaatregelen. En als we verder kijken dan 2040, dan neemt dit nog verder toe.”
Haasnoot, tevens verbonden aan kennisinstituut Deltares en een van de grondleggers van de Dynamic Adaptive Policy Pathways-aanpak in het waterbeheer, een nieuwe methode die besluitvorming bij complexe en onzekere veranderingen ondersteunt, is per 1 november 2023 benoemd tot hoogleraar 'Klimaatadaptatie in delta's en kustgebieden' aan de Universiteit Utrecht. Vrijdag hield ze haar inaugurele rede met als titel: ‘Adaptatie in delta’s en kustgebieden: een kwestie van tijd’.
In haar oratie benadrukte ze het belang van adaptatie en de noodzaak om tot versnelling en opschaling te komen, vooral in delta’s en kustgebieden. "In deze leerstoel wil ik dan ook de kennis over adaptatiestrategie vergroten. De focus ligt hierbij op het fysieke systeem en de draagkracht van de delta’s en kustgebieden.”
Vier redenen
Voor de noodzaak om te versnellen en op te schalen voerde de hoogleraar vier redenen aan. Alle zijn ze het gevolg van ‘een nieuwe klimaatrealiteit’ waar we mee te maken hebben en die om ‘herbezinning’ vraagt.
De gevolgen van die nieuwe realiteit zijn ’niet ver weg meer’, aldus Haasnoot, die wees op storm Boris die vorig jaar in Midden-Europa voor veel overlast en schade zorgde. Ook nemen de gevolgen in aantal en ernst toe, aldus de hoogleraar. “Minder wordt het niet. Ze stapelen, gaan sneller en zijn complexer dan in het recente verleden.”
Een derde reden is dat klimaatadaptatieplannen achterblijven. “Klimaatadaptatie vindt wel plaats en dat heeft ook gevolgen beperkt. Maar de huidige maatregelen zijn vooral kleinschalig en gericht op de korte termijn. Ze faciliteren de huidige activiteiten, terwijl een snellere adaptatie en ingrijpende maatregelen nodig zijn om de klimaatverandering bij te houden. Er is dus een adaptatiegat, ook in delta’s en kustgebieden.”
En als laatste reden: klimaatadaptatie kent grenzen. "Er zijn veel adaptatiemaatregelen beschikbaar en daar is ook ervaring mee. We kunnen deze maatregelen echter niet oneindig en overal toepassen en opschalen. Er zijn beperkingen, fysieke, technische, financiële, maatschappelijke, materiaal en tijd. Soms zijn deze grenzen zacht en op te lossen, maar soms ook niet en is het een harde grens.”
Hoog tempo
De verandering van het klimaat komt nu in zo'n hoog tempo op ons af dat er meer nodig is, zowel in de praktijk als in de wetenschap, aldus de wetenschapper. “Het is noodzakelijk dat we meer weten over de langetermijneffectiviteit, de opschaalbaarheid en de mogelijke beperkingen van klimaatadaptatie.”
Maar er is ook nog iets anders aan de hand, schetste de hoogleraar. “Het lijkt wel alsof we de verbinding met onze omgeving en natuur zijn kwijtgeraakt. We zijn ons weinig bewust meer van de inspanningen en de raderen van het Zwitsers uurwerk. We zijn niet meer gewend aan de dynamiek die van nature in delta’s voorkomt. Het Nederlands waterbeheer heeft allerlei ontwikkelingen mogelijk gemaakt en veel rijkdom gebracht. Maar deze strategie is ook onze valkuil.”
Natuurlijke ecosystemen staan onder druk door klimaatverandering en door maatschappelijke ontwikkelingen zoals vervuiling en verstedelijking, stelde Haasnoot. “Hierdoor wordt hun bijdrage aan adaptatie en ook mitigatie ondermijnt. En voor delta's in het bijzonder geldt dat we door delta's vast te leggen, sediment en water af te voeren en het land en water te gebruiken, haar de mogelijkheid om mee te groeien met de veranderende condities sterk hebben beperkt. We gebruiken de delta en maken haar in feite op. Vanwege deze adaptatiemogelijkheden en de beperkingen en het belang van de relatie tussen mens, natuur en klimaat, is het tijd om om te denken.”
Natter, droger, heter
Juist delta’s en kustgebieden worden geraakt door de gevolgen van klimaatverandering, betoogde Haasnoot. Het wordt natter, droger, heter en de zeespiegel stijgt terwijl de bodem daalt. “Hierdoor krijgen we vaker te maken met hogere rivierafvoeren, extreem meneerslag, langdurige droogte, verzilting, hittestress. Met als gevolg onder andere vaker waterschaarste, overstromingen en wateroverlast. Deze gevolgen zijn overigens niet volledig te wijten aan klimaatverandering. Ook de menselijke druk speelt een rol.”
Zeespiegelstijging is een ‘bijzondere adaptatie-uitdaging’ voor deze kustgebieden. Het is niet de vraag of aanpassing moet plaatshebben, maar wanneer. “En wetende dat het decennia kan duren om aanpassingen te bedenken, te ontwerpen, te implementeren, is tijdige adaptatie en het meenemen van langetermijngevolgen nodig.”
Oplossingsruimte
Om adaptatie tot een succes te maken moeten maatregelen effectief en haalbaar zijn, schetste de wetenschapper. “Samen vormen ze de oplossingsruimte. Die ruimte wordt bepaald door maatschappelijke factoren zoals wetten en regelgeving, economische omstandigheden en draagvlak. En door fysieke factoren zoals het klimaat, het water en de bodem. Deze factoren veranderen over de tijd en daardoor verandert ook de oplossingsruimte.”
Op de Universiteit Utrecht ontwikkelden wetenschappers van verschillende disciplines een methode om deze oplossingsruimte te beschrijven, legde Haasnoot uit.
Ze gaf aan de hand van voorbeelden een schets van adaptatiemethodes in diverse kustgebieden in de wereld en de impact van uiteenlopende maatregelen: van dijken en keringen, mee laten groeien van delta’s, aanpassen van landgebruik, drijvend bouwen, andere landbouw, opgehoogd bouwen, beperken van zoetwatergebruik tot terugtrekken uit risicogebieden, al dan niet tijdelijk op aangeven van waarschuwingssystemen, die steeds geavanceerder worden.
“Deze losse maatregelen zijn in feite bouwstenen voor een adaptatiestrategie die je over de tijd kunt uitvoeren. Als de ene set van maatregelen niet meer effectief is, dan kun je gaan opschalen, aanvullende maatregelen toevoegen of overschakelen naar een andere strategie.”
Dynamic Adaptive Pathways Planning
Een van de methoden die expliciet rekening houdt met ‘veranderingen en beslissingen over de tijd’ is de Dynamic Adaptive Pathways Planning, schetste Haasnoot. “Deze knipt adaptatie op in behapbare stukken en houdt rekening dus met die onzekerheden maar ook met de pad afhankelijkheden. Op deze manier kan adaptatie versneld worden ondanks of misschien juist vanwege deze onzekerheden en kan iedere maatregel een zinvolle stap richting de toekomst zijn. Terwijl het ruimte laat voor verdere aanpassingen.”
De methode start vanuit het feit dat de effectiviteit van maatregelen afneemt naarmate het klimaat verder verandert, legde Haasnoot uit. “Een maatregel heeft daardoor een bepaalde houdbaarheid. En kan dus een bepaalde hoeveelheid klimaatveranderingen aan.” Op een gegeven moment zijn er dus vervolgmaatregelen nodig. “En zo ontstaat een adaptatiepad.”
Deze aanpak wordt nu wereldwijd toegepast en verder ontwikkeld, schetste de hoogleraar. En ze somde op: het Delta-programma, de signaalgroep, de Thames Estuary Study in London, het Nieuw-Zeeland Coastal Management Plan, het Bangladesh Delta Plan, de UNESCO CREDA-handleiding en de recente IPCC-rapporten.
De aanpak met adaptiepaden kan ons vertrouwen geven in de opgave om adaptatie te versnellen en op te schalen, want in die fase zijn we nu aanbeland, schetste de hoogleraar. “Uit voorgaande is duidelijk dat dit het tijdperk is om adaptatie te versnellen en op te schalen. Vooral in delta’s en kustgebieden.”
Marjolijn Haasnoot tijdens haar inaugurele rede | Still uit video
Bron: H2O Waternetwerk