Jaarlijks worden miljoenen mensen in kustgebieden wereldwijd getroffen door tropische stormen en cyclonen. Tim Leijnse promoveerde onlangs aan de Vrije Universiteit op nieuwe methodes, die sneller een beter beeld geven van overstromingsrisico’s langs de kustlijn.
“De manieren om overstromingen in kustgebieden te voorspellen vielen tot nu toe in twee categorieën uiteen”, vertelt Tim Leijnse. “Simpele en snelle methodes, die echter niet gedetailleerd en dynamisch zijn en gedetailleerde en dynamische modellen, die dan weer veel rekenkracht en tijd vragen.”
In zijn proefschrift ‘Riding the wave: Enabling large-scale wave-resolving probabilistic coastal compound flood modeling’, beschrijft Leijnse methodes met, zoals het zelf noemt ‘gereduceerde complexiteit’. “Kort gezegd, hebben we gezocht naar een methode die simpel genoeg was om snel voorspellingen te kunnen doen, maar wel gedetailleerd en accuraat genoeg om de overstromingsrisico’s nauwkeurig in beeld te brengen.”
Het door Leijnse en collega-onderzoekers ontwikkelde model (SFINCS) is open source beschikbaar . Het neemt de essentiële processen bij overstromingen langs de kust mee, waaronder regenval en golfslag. “Het mooie is ook dat we dit in verschillende scenario’s kunnen doen en bovendien nu ook voor grotere stukken kustlijn, zonder de nauwkeurigheid en fijnmazigheid te verliezen.”
Volgens Leijnse betekent dit dat overheden sneller en toegang kunnen krijgen tot belangrijke informatie als er een overstroming dreigt. “Snellere voorspellingen helpen beheerders om de bewoners op tijd te kunnen waarschuwen en betere voorspellingen helpen om gerichtere maatregelen mogelijk te maken.”
In het vervolg van zijn onderzoek wil Leijnse, overstromingsexpert bij Deltares, zijn methode uitbreiden voor andere soorten kusten. “We willen bij Deltares kijken naar steile kusten of kusten met koraalriffen. Ook kijken we of het mogelijk is een koppeling met dijkdoorbraken mee te nemen in de methode. Er is nog veel onontgonnen terrein om overstromingsgevaar nog beter in kaart te kunnen brengen.”
Bron: H2O Waternetwerk