244219
Slimme rotaties brengen norm nitraatuitspoeling binnen bereik

Melkveehouders, akkerbouwers en groentetelers in De Peel zoeken samen in het project naar mogelijkheden om de bodem te verbeteren en tegelijkertijd het verlies van nitraat naar het grondwater te reduceren. Projectleider Bart Jan Wulfse van AgroProeftuin de Peel noemt op basis van de meetresultaten op perceelsniveau beperking van nitraatuitspoeling zeker realistisch.

Individuele teelten kunnen volgens hem soms de gewenste 50 milligram nitraat in het grondwater niet bereiken. Maar gemiddeld in een gebied waar melkveehouders en gewastelers samenwerken in rotaties van gewassen, zijn grote stappen te zetten. Daar lijkt de gestelde norm wel haalbaar. Behoud van veebezetting in de regio draagt bij aan genoeg grasland in de rotatie.

Wulfse: 'Er liggen grote opgaven, maar ook willen we recht doen aan de goede landbouwpraktijk in dit gebied. De deelnemers werken op basis van data van eigen percelen. Ze zoeken met individuele maatregelen en bij gezamenlijk gebruik van de grond uit hoe het wel kan.'

"We willen de stikstof benutten die overblijft na intensieve akkerbouw- en groentegewassen. Samenwerking biedt daarvoor kansen.
Rob Wientjes, melkveehouder in Sint Anthonis

Het halen van de nitraatnorm en gehalten in oppervlaktewater die voldoen aan de Kaderrichtlijn Water komt voor de deelnemers binnen handbereik door de slimme rotaties. Wulfse denkt dat doelsturing aansluit op de methode die de ondernemers nu volgen.

De deelnemers meten in november de reststikstof in de bodemlaag van 0 tot 90 centimeter. En met peilbuizen kijken ze naar het nitraatgehalte in het bovenste grondwater. Ze denken voortdurend na over stappen om die niveaus verder te verlagen, passend in hun eigen bedrijfsvoering en in samenwerking met anderen.

Ondernemers die door willen
'Het zijn ondernemers die door willen', typeert Wulfse de voorbeeldbedrijven. 'Hun resultaten stralen af op een groep die de resultaten van het project volgt.' Ook bij die bedrijven meet en bespreekt een team van Wageningen University & Research en adviesbureau Van Tafel naar Kavel de mogelijkheden. Doel is om in het hele gebied veehouders en gewastelers te ondersteunen met maatwerkoplossingen.

De Brabantse melkveehouders Rob Wientjes uit Sint Anthonis en Martijn Vermeer uit Venhorst doen mee aan het Boeren Innovatie Netwerk Nitraat in De Peel. Samen met collega's in de plantaardige open teelten zoeken ze methodes om de stikstofuitspoeling te verlagen. Wientjes: 'Met akkerbouwers bekijken we bij de uitruil van gronden hoe we de stikstofuitspoeling omlaag kunnen brengen.'

Vermeer is blij dat het onderzoek de bedrijven ruimte geeft. 'In de aanpak wordt de economie ook meegenomen. We gaan uit van werkbaarheid en rendement bij al onze keuzes. Dat spreekt me aan in het concept.'

Bedrijfsgerichte stikstofaanpak
Door het project krijgen Wientjes en Vermeer meer gevoel bij wat stikstofmaatregelen doen op hun percelen. Ze vinden de bedrijfsgerichte en praktische aanpak leerzaam. 'Daarbij komt dat de aanpak professioneel is. Onderzoeker Brigitte Kroonen van Wageningen University & Research (WUR) zorgt dat er echt gemeten wordt en dat de analyses goed gebeuren', geeft Vermeer aan.

Kroonen zegt dat de telers vaak wel een gevoel hebben bij hoe ze hun bodem beheren en gewassen bemesten, maar dat het meten een extra waarde heeft. 'Het maakt je als deelnemer zekerder van wat je doet. Er komt een grote opgave af op de boeren in het zuidoostelijk zandgebied: voldoen aan de waterkwaliteitsnormen. Hoe doe je dat? Zou het bij mij in orde zijn?'

244211
Rob Wientjes (links) en Martijn Vermeer vinden de oplossingsgerichte sfeer in het praktijkproject heel prettig. © Jorg Tönjes

De sfeer bij de projectdeelnemers is open, zegt Wientjes. Vermeer stelt dat ze elkaar proberen uit te dagen om resultaat te boeken. 'Ik was heel benieuwd hoe mijn eigen perceel het deed. Het is mijn overtuiging dat de oplossing in de regio zit. Als we impact in het gebied willen maken, is er bij gras- en maisland beperkt resultaat te boeken. Maar het gaat erom de stikstof te benutten die overblijft na intensieve akkerbouw- en groentegewassen. Samenwerking biedt daarvoor kansen.'

De voedselproductie staat op een hoog niveau in het oosten van Brabant. De deelnemers willen die rol blijven spelen en tegelijkertijd de milieubelasting terugdringen. Op de zandgrond in De Peel zijn veel teelten mogelijk, de melkveehouderij is daarin belangrijk.

Vermeer zegt dat hij bij grondgebruik moet concurreren met de akkerbouw. Dit kan alleen als het economische resultaat onder de streep overeind blijft. Wientjes: 'Je ziet het aan de ontwikkelingen in het gebied. Voor elke melkveehouder die stopt, komen aardappelen en uien in de plaats.'

Tussen de intensieve gewassen, waar het risico op nitraatverlies groter is, vormt de teelt van voedergewassen een positief element in het gebied. Daarom zijn de samenwerking tussen sectoren en waardering voor een bijdrage van deze gewassen aan de bodemkwaliteit belangrijk, stellen beide melkveehouders.

De Brabantse ondernemers willen in het kader van de regionale kringloop de mest van het vee graag dicht bij hun bedrijven afzetten. Vermeer zegt dat specialistische vee- en gewasbedrijven samen een vorm van grondgebondenheid neerzetten. 'Ik zet 99 procent van de mest in de buurt af.' Wientjes herkent dat: 'Voor het GLB ben ik niet grondgebonden. Maar alle mais die ik teel, staat gewoon in de straat waar we zitten.'

Grasklaver in rotatie
Wientjes probeert met de toepassing van grasklaver in de rotatie de hoeveelheid benodigde kunstmest lager te houden. Vermeer werkt met een bufferstrook om emissies te verlagen. Daarnaast past hij de rotatie aan, zodat hij met akkerbouwers de balans voor stikstof beter kan afstemmen. 'De reststikstof uit de bonenteelt van vorig jaar komt ten goede aan het gras dat direct daarna gezaaid is. Daarop volgt mais, die de stikstof verder benut.'

Vermeer past op een teststrook een evenwichtsbemesting toe. Wat hij aan stikstof met de oogst afvoert, vult hij aan met mest.

Twee jaar gras
Langjarig grasland staat doorgaans bekend als stikstofvasthoudend. Toch kan de combinatie van twee jaar gras afgewisseld met een akkerbouwmatige teelt gemiddeld beter scoren op stikstofverlies dan een jaar langer gras en intensievere akkerbouw op een aangrenzend perceel. In de uitruil zit de plus, laat Wientjes weten.

De telers gebruiken kennis over bemesting om de stikstofverliezen te beperken. Een betere kalitoestand draagt bijvoorbeeld bij aan meer stikstofbenutting. 'Als de mest qua kaligehalte tegenvalt of de kalitoestand van de grond is laag, geef ik daar wat extra van', laat Wientjes weten.

Met adviseurs Albert Jan Olijve en Anna Zwijnenburg van Van Tafel naar Kavel zetten de boeren regelmatig een schep in de grond. Dan kun je goed zien of de beworteling van de gewassen goed is en of de stikstofbindende bacteriën in de wortelknolletjes van vlinderbloemigen actief zijn.

Samen met de kerngroep van het project volgen de zes deelnemende bedrijven alle ontwikkelingen intensief. De volggroep kijkt regelmatig mee naar de analyses en resultaten. Soms doen de experts van WUR en Van Tafel naar Kavel ook extra metingen of waarnemingen bij de volgers.

Veel vee niet nadelig voor stikstofreductie
Naar de politiek spreken Vermeer en Wientjes in ieder geval de boodschap uit dat een hoge veedichtheid geen nadelig effect heeft op de stikstofreductie. Wientjes: 'Je moet bovendien koeien in het gebied houden om het grasland te behouden.' Gras draagt bij aan het halen van de doelstelling voor waterkwaliteit. 'Met een goede rotatie is een wereld te winnen', benadrukt Vermeer.

'Grasland scoort meestal laag in nitraatuitspoeling, blijkt uit metingen binnen het project', bevestigt Kroonen. 'Deze bijdrage van gras heb je in het gebied nodig als compensatie voor gewassen die hoger scoren.' Daarbij kun je in een samenwerking stikstof beter benutten in jouw teelt, wat een ander aan stikstof achterlaat. Zeker als je dat vanuit metingen onderbouwt.

Als je mest goed toepast, leidt dat normaal gesproken niet tot grote verliezen naar het milieu. Daar waar bepaalde gewassen meer moeite hebben onder de nitraatnorm te blijven, draagt samenwerking bij aan regionale doelen, zegt Kroonen.

Stikstof in kringloop houden
Als gras weggaat, wordt het volgens de WUR-onderzoeker niet beter. 'Denk aan rotatie. Zet een vanggewas na bijvoorbeeld bonen of vroege aardappelen en teel na mais een groenbemester.' Houd stikstof in de kringloop, adviseren zowel de projectdeelnemers als de experts.

Korte pachtperiodes en hoge -prijzen jagen telers te veel op. Veehouder Wientjes hoopt dat overheden met het verpachten van hun grond een beter voorbeeld gaan stellen. Ze zouden voor duurzamer beheer een lagere pachtprijs kunnen bepalen of de grond langjarig bij telers kunnen uitgeven. Zo wordt sturen over de hele rotatie op verlaagde stikstofuitspoeling mogelijk.

Samen sturen op waterkwaliteitsdoelen
Daar kan Kroonen zich goed in vinden. Zij kan zich een model voorstellen waarin grondgebruikers er samen voor gaan om op waterkwaliteitsdoelen te sturen. Als groentetelers, akkerbouwers en melkveehouders hun rotaties afstemmen en de juiste maatregelen nemen, neemt de nitraatuitspoeling af. Ze zijn dan via deze maatwerkaanpak zelf aan zet om de doelen te halen.

'De plus in stikstofefficiëntie zit in het synchroniseren van het mineralisatiemoment in de bodem en de gewasbehoefte. Gras, mais, akkerbouw en groentegewassen sluiten daar goed bij aan', aldus Kroonen. Zij noemt het een grote uitdaging, maar verwacht dat ook De Peel een heel eind in de buurt van de 50 milligram nitraat kan uitkomen.