2 zuiveringsstappen productielocatie Scheveningen
Uitbreiding van capaciteit drinkwaterwinning hapert: ‘Gebrek aan urgentie bij vergunningverlening’

Een paar jaar geleden vertelde de toenmalige minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat in een interview met een krant dat het spannend zou worden bij de drinkwatervoorziening. “Dat vond ik een absoluut dieptepunt”, zegt directeur Hans de Groene van de vereniging van waterbedrijven in Nederland (Vewin). “Je wilt juist horen dat de minister ons gaat helpen om te zorgen dat het voor elkaar komt.”

De kwaliteit van drinkwaterbronnen en de beheersing van het gebruik zijn al lang centrale uitdagingen voor de sector. Drinkwaterbeschikbaarheid is eigenlijk pas sinds de droogte in 2018 een belangrijk issue, aldus De Groene. “Er zijn her en der nu echt problemen. In een aantal regio’s zoals Twente en West-Brabant worden zakelijke klanten al soms geweigerd. Als het zo doorgaat, bestaat het risico dat we in dezelfde toestanden terechtkomen als bij de netcongestie.”

Geen tekort aan water
De problemen dreigen de komende jaren alleen maar groter te worden. De Groene: “Alle 10 drinkwaterbedrijven hebben vóór 2030 extra productiecapaciteit nodig.” Zij produceren momenteel op ruim 200 locaties ongeveer 1,2 miljard kubieke meter drinkwater per jaar. Daarbij wordt 60 procent gemaakt uit grondwater, 34 procent uit oppervlaktewater en 6 procent uit oevergrondwater.

Er is geen tekort aan water. “De drinkwatervoorziening is ontzettend belangrijk maar afgezet tegen al het zoete water dat Nederland heeft en krijgt vanuit de lucht, rivieren en grond, gaat het om niet meer dan een dikke 1,5 procent.”

De stikstofcrisis speelt wel een rol. De Groene wijst echter vooral op een andere oorzaak: de trage besluitvorming bij de verlening van vergunningen voor nieuwe winningen en uitbreiding van bestaande winningen.

Moeizame vergunningverlening
De Groene vertelde dit tijdens de persbijeenkomst Continu betrouwbaar drinkwater in weerbare tijden, op 4 juni gehouden op productielocatie Scheveningen van Dunea. Een van de andere sprekers was directeur Wim Drossaert van het Zuid-Hollandse drinkwaterbedrijf. Hij twijfelt eraan of provinciale en gemeentelijke bestuurders wel beseffen hoe urgent het probleem is.

Dunea wil uitbreiden van 80 naar 104 miljoen kubieke meter water per jaar. “Voor deze opgave hebben we een plan ontwikkeld, met natuurlijk voor een deel technische maatregelen.” Het voor elkaar krijgen van vergunningen gaat echter moeizaam. “Het is voor ons een extra ingewikkelde procedure, omdat wij water winnen in natuurgebied.”

Proviciale en gemeentelijke bestuurders hebben de neiging om te denken dat het met een vergunning wel klaar is. “Dan begint het voor ons pas.” Er is snel duidelijkheid over de vergunningen nodig om tijdig de capaciteit uit te kunnen breiden, aldus Drossaert.

Niet iets nieuws bedacht
“Het is het voor ons binnen een paar jaar veel moeilijker geworden om op tijd te beginnen met winnen”

De Groene signaleert eveneens een gebrek aan urgentie bij de betrokken overheden. “We zijn niet overdonderd door de ambitie en het enthousiasme van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om ons te helpen bij het versnellen van procedures. Echt iets nieuws bedenken zoals men bij de woningbouw probeert te doen, zit er niet in.”

Volgens de Vewin-directeur wordt onvoldoende beseft dat drinkwater niet vanzelfsprekend is. Ook kampen provincies en gemeenten met een tekort aan deskundig personeel en moeten zij lastige afwegingen met andere belangen maken. “Het is het voor ons binnen een paar jaar veel moeilijker geworden om op tijd te beginnen met winnen.”

De Groene spreekt van een paradigmaverschuiving voor de drinkwatersector. “Wij zijn altijd gewend geweest om heel lang vooruit te kijken en op tijd te bouwen. Op de achtergrond is er ook nog het knelpunt van financieringsruimte.”

Sinds kort actieprogramma
In januari is het Actieprogramma beschikbaarheid drinkwaterbronnen 2023-2030 gelanceerd, waaraan anderhalf jaar is gewerkt. Hiervan vormen 14 regionale actieplannen met concrete acties de basis. In het actieprogramma zijn landelijke afspraken voor onder meer versnelde procedures en procesverbetering opgenomen. Het doel is 102 miljoen kubieke meter drinkwater extra in 2030. De Groene is er blij mee. “Maar wij zeggen ook: papier is geduldig. Laten we eerst kijken of het echt gaat werken.”

Om de eigen uitbreiding te realiseren, moet Dunea volgens Drossaert ook op een nieuwe manier drinkwater gaan maken. De pijlen worden gericht op de Vliet, een kanaal in de omgeving van Leiden. “Hierbij moeten we rekening houden met de omgeving en andere ruimteclaims. Het is een erg ingewikkeld proces, onder meer politiek.”

Drossaert heeft een duidelijke boodschap: “Wij zijn wel eigenaar van het probleem maar we kunnen het niet alleen oplossen. Dit moeten we samen met provincie, gemeenten en andere partijen in de omgeving doen. Het vergt op een gegeven moment ook keuzes maken. Dat is best lastig.”

Veel zuiveringsstappen
“We hebben inmiddels tien stappen en dat worden er elf. Het is een teken dat zuiveren steeds ingewikkelder wordt”

De Dunea-directeur gaat kort in op waterkwaliteit. Het produceren van drinkwater is begonnen vanuit het gezondheidsbelang en dat staat nog steeds voorop. “Ik zeg altijd heel simpel: 150 jaar geleden hadden we één zuiveringsstap. Inmiddels hebben we er tien en dat worden er elf. Het is niet een teken dat het beter wordt, maar gewoon dat het steeds ingewikkelder wordt.”

Den Haag en omgeving is op het ogenblik gedeeltelijk afgesloten vanwege de NAVO-top op 24 en 25 juni. Ook waterzuivering Scheveningen gaat op slot. De logistiek is een uitdaging voor Dunea, zegt Drossaert. “Net als iedereen hebben wij er last van dat we op heel wat plekken in de stad niet meer kunnen komen, bijvoorbeeld bij een leidingbreuk. Alles draait nu om veiligheid. We kunnen ermee omgaan want er zijn vaker grote events.”

Omstandigheden snel veranderd
Tot slot een vraag aan De Groene: valt de drinkwaterbedrijven zelf ook niet wat te verwijten bij de huidige problemen met waterbeschikbaarheid? Het zou volgens hem kunnen dat sommige misschien te lang hebben gewacht, maar hij wijst toch vooral op de snel veranderende omstandigheden. De vraag naar drinkwater die lange tijd stabiel was, neemt tegenwoordig aanzienlijk toe door de groei van de bevolking en economie en regionaal door stedelijke uitbreiding.

De waterbedrijven hadden dat al best goed in beeld, stelt De Groene. “In betrekkelijk korte tijd is het echter een punt geworden dat de vergunningverlening in heel het land aantoonbaar stroef verloopt. Het vraagt in ieder geval om een zo goed mogelijke onderbouwing van aanvragen voor vergunningen. Daaraan wordt binnen het actieprogramma gewerkt.”