Wateroverlast en droogte: twee weersextremen. Toch komen ze alle twee voor in ons kleine, ‘natte’ Nederland. Ondanks hoogwaterstanden en de vele regenbuien van de afgelopen wintermaanden, bereiden we ons nu al voor op periodes van droogte. Want jaarlijks begint op 1 april het droogteseizoen.
Het lijkt misschien een logische gedachte bij de aanblik van drassige weilanden en hoge waterstanden in de sloot: ‘Het zal wel meevallen met de droogte. Regen is er immers genoeg gevallen’. Helaas is het tegendeel waar. We kunnen die regen helaas niet vasthouden tot in de zomerperiode. Plus: als straks de temperaturen stijgen en planten en bomen weer gaan groeien, neemt de vraag naar water toe. Hierdoor zal het grondwater en het water in de sloot weer snel lager staan.
Martijn Heinhuis, adviseur Waterhuishouding bij Hoogheemraadschap Delfland, onderzoekt onder meer hoe klimaatverandering het watersysteem beïnvloedt. “Het gebied van Delfland is erg gevoelig voor zowel wateroverlast als watertekort”, geeft hij aan. Om overlast te voorkomen moet ’s winters veel water afgevoerd worden, terwijl in de zomer juist een tekort aan water ontstaat. “In de winter valt er eigenlijk meer dan genoeg regen om de zomer door te komen, we kunnen het alleen niet opslaan.” Dus die miljoenen kubieke meters overtollig water wordt afgevoerd naar de zee. “Echt zonde”, vindt Heinhuis! We moeten climate proof-maatregelen vinden om de overmaat van het water op een of andere manier vast te houden. Niet in het watersysteem, want dan ben je al te laat, maar op de plek waar het valt.”
De laatste jaren heeft Nederland een paar extreem hete en droge zomers meegemaakt. Het watertekort neemt in zo’n droge zomer snel toe. Om dit tekort tegen te gaan moet Delfland in zo’n droge zomer ongeveer 30 miljoen kuub water van buitenaf ons gebied inlaten. “Zoet water, wel te verstaan. En dat is in de zomer niet ruim voorradig” constateert Heinhuis. Als in Delfland een tekort aan zoet water ontstaat, wordt het aangevoerd vanuit het Brielse Meer. “Soms komt zoet water zelfs helemaal uit het Amsterdam-Rijnkanaal. Een hele toer om dat voor elkaar te krijgen en het is bovendien erg kostbaar.”
Zoet water is hard nodig. Niet alleen voor de drinkwatervoorziening, maar ook om de natuur gezond te houden, waterkeringen en funderingen van gebouwen stabiel te houden en om zout water, dat steeds vaker ons watersysteem binnendringt, terug te houden. Dit zijn technisch ingewikkelde problemen die opgelost moeten worden om het gebied van Delfland op lange termijn gezond en leefbaar te houden. “We onderzoeken welke maatregelen doeltreffend zijn om waterschaarste in de toekomst te voorkomen”, zegt Heinhuis.
Hoogheemraad Manita Koop geeft aan dat verdroging een structureel probleem is in ons gebied. “Door aanhoudende droogte is de kans groot dat te weinig water van goede kwaliteit overblijft om de natuur gezond te houden. Het is belangrijk dat we samen met de gemeenten, bedrijven en bewoners aan de slag gaan om het oppervlakte- en grondwater beter te beschermen”. Koop geeft aan dat Delfland onderzoekt hoe de ondergrond gebruikt kan worden om in natte tijden zoet water op te slaan, om het in droge tijden opnieuw te gebruiken.
Heinhuis vult aan: “Bij nieuwbouwplannen hameren we op het belang van water, onder meer door ruimte voor waterberging te vragen”, zegt hij. “We stellen oplossingen voor om regenwater in de ondergrond op te vangen en vast te houden. Bovengrondse opslag is ook mogelijk, bijvoorbeeld met een wadi, een groene greppel die regenwater opslaat in de wijk, of met waterberging op het dak.” Heinhuis geeft nog een voorbeeld van slimme wateropvang: grote gietwaterbassins voor tuinders. “Een tuinder is dan minder afhankelijk van andere zoetwaterbronnen. Belangrijk is dat iedereen snapt dat we regenwater moeten vasthouden en niet door het rioolputje laten wegspoelen”, besluit Heinhuis.